tijdsband 

1182
Franciscus wordt geboren in Assisi. Zijn vader is de rijke stoffenkoopman Pietro Bernardone, zijn moeder is van Franse afkomst en heet Pica. Hij groeit op als een vrolijke en verstandige jongeman. Zorgen om geld heeft hij niet: hij houdt van feesten en uitgaan met vrienden.

1202
In de oorlog tussen Perugia en Assisi wil hij zijn droom bereiken: ridder worden … maar hij belandt voor een jaar in de gevangenis van Perugia. Hij wordt er ziek en keert terug naar huis.
Hij heeft veel tijd om na te denken terwijl zijn lichaam langzaam herstelt.

1203
Hij vertrekt weer ten oorlog, maar krijgt een visioen. Hij keert terug naar Assisi, diep veranderd, en met de zekerheid dat hij ridder wil worden voor Jezus. Hij zondert zich vaak af om te bidden en na te denken. Feesten en uitgaan doet hij niet meer …

1204
Op een dag komt hij een melaatse tegen. Hij overwint zijn afkeer en geeft de melaatse een vredeskus. Dat is het begin van een leven, toegewijd aan de armsten. Het geld van zijn vader geeft hij als aalmoes. Alles wat hij bezit, verkoopt hij en het geld schenkt hij weg.

1205
Hij zoekt eenzame plaatsen op en vindt het verlaten kerkje van San Damiano. Biddend voor het kruis hoort hij de stem die hem roept: “Franciscus, ga en herstel mijn huis.” Zo begint hij de kerk van San Damiano te herstellen. Bij de mensen van Assisi gaat hij bedelen om stenen en cement.

1206
Vader Bernardone is erg boos over Franciscus’ nieuwe levenswijze en neemt zijn zoon mee naar de bisschop, om hem te onterven. Franciscus doet zijn kleren af en geeft ze terug aan zijn vader. Hij vertrouwt er nu op dat God zijn enige vader is. Voortaan draagt hij een versleten pij…

1208
Hij beslist te doen wat Jezus zei tegen zijn leerlingen. Met het habijt aan, een touw om zijn middel en op blote voeten, begint hij te preken en de mensen op te roepen om zich te bekeren. Andere jongemannen sluiten zich bij hem aan. Samen trekken ze de wereld in.

1210
De familie groeit verder en Franciscus schrijft voor zichzelf en zijn volgelingen de regel voor het samenleven van de broeders. Hij streeft naar armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. In Rome verkrijgt hij van Paus Innocentius III de goedkeuring van de regel.

1212
De 18-jarige Clara, van een adellijke familie uit Assisi, loopt van huis weg, naar Franciscus en zijn broeders in Portiuncula. Franciscus aanvaardt Clara’s beslissing om volgens het Evangelie te leven en wijst haar het klooster van San Damiano toe. Niet lang daarna komen er zusters bij.

1219
Hij wil als martelaar sterven en gaat geen gevaarlijke situaties uit de weg. Hij vertrekt naar het Oosten, naar de ongelovigen. Hij slaagt erin om bij de Sultan van Egypte te komen en over de Blijde Boodschap te preken. De Sultan is verheugd om het bezoek en gul in zijn gastvrijheid.

1223
Greccio, 25 december, het is middernacht. Franciscus bouwt de eerste kribbe in een levende kerststal, om de herinnering aan het kindje Jezus levend te houden. Zijn voorbeeld wordt al eeuwenlang gevolgd…

1225
Op de berg La Verna heeft Franciscus een visioen van Jezus en krijgt hij zelf de kruiswonden van Jezus, de stigmata. Omdat zijn oogziekte erger wordt, verzorgt Clara hem in San Damiano.
Op een morgen heeft Franciscus een gedicht gemaakt over de schepping: het Zonnelied.

1226
Franciscus voelt zijn einde naderen en laat zich naar Portiuncula brengen. 4 oktober. Nadat hij zijn broeders heeft gezegend, sterft hij, naakt gelegen op de grond. Zijn lichaam wordt naar Assisi gebracht. Als ze langs San Damiano komen, begroet Clara hem voor de laatste keer.

‍